De eerste Roma arriveerden in Hongarije rond 1400. Deze zijn via Perzië,Turkije en Griekenland uit India gereisd. Flamenco vindt bijvoorbeeld zijn oorsprong bij Roma die uit India via Egypte naar Spanje zijn getrokken. Zij leerden de muziek van het land waar zij doorheen reisden, zodat zij ter plekke een inkomen konden verdienen.

De muziek waar deze stichting zich sterk voor maakt ligt in de oorsprong bij muziek die Franz Liszt al halverwege de 19de eeuw beschreef als een wezenlijk onderdeel van de Hongaarse cultuur. Liszt luisterde veel naar de manier waarop zigeuners zich de Hongaarse volksmuziek eigen maakte.

Al rond 1700 maakte zigeunervioliste Csinka Panna furore met haar bijzondere spel en rond 1800 verwierf de primas János Bihari met zijn virtuositeit en composities grote roem.

Er is ook van klassieke componisten als bijvoorbeeld Brahms en Haydn grote interesse geweest voor deze muziek, en omgekeerd heeft de klassieke muziek ook invloed gehad op de Hongaarse zigeunermuziek. Er reisden altijd zigeunerorkesten naar bijvoorbeeld Wenen waar een kruisbestuiving plaatsvond wat betreft repertoire en manier van spelen.

Béla Bartók en Zoltan Kodaly zijn in het begin van de 20ste eeuw begonnen onderzoek te doen naar de Hongaarse volksmuziek. Het repertoire is zo groot, dat zij hun levenswerk niet konden afmaken. Dit overkwam ook Pál Járdányi die een systeem probeerde te maken op melodiefragmenten. Nog steeds zetten verzamelaars dit onderzoek voort.

Hongaarse Roma maken dankbaar gebruik van dit gigantische en bijzondere repertoire, en voegen er ook composities aan toe. Deze verfijnde stijl is verder ontwikkeld aan het begin van de 20ste eeuw door violisten als Imre Magyari en Laci Rács, en later als Lajos Boross, Sándór Jaroka, en Sándór Lakatos halverwege deze eeuw.

In Boedapest is deze muziek nu nog maar op enkele plaatsen te beluisteren. In Nederland genoot deze muziek vooral bekendheid in de jaren ’50 en ‘60 en waren er op verschillende plaatsen orkesten te beluisteren van bijvoorbeeld Lajos Veres en Lajos Boros. Naast de Váradi Gipsy Band is deze stijl zigeunermuziek in Nederland nauwelijks meer te horen.